Inleiding

Dit rapport beschrijft de uitvoering en resultaten van de koninginnenteelt waarbij larven zijn gebruikt van de gerenommeerde imker Albert Koopman (AK) en Buckfast Belangen Verenigd regio oost (BBV). De larven staan bekend om hun uitstekende genetische eigenschappen, waaronder zachtaardigheid, hoge productiviteit, en weerstand tegen ziektes. Het project had als doel het kweken van hoogwaardige bijenkoninginnen die deze gewenste eigenschappen verder versterken.

1. Doelstelling:
   • Kweek van robuuste bijenkoninginnen met superieure genetische eigenschappen.
   • Verhoging van de kwaliteit en weerbaarheid van lokale bijenvolken.
2. Tijdpad: 18 mei – september
   • Startdatum: 18 mei maken van een verzamelbroedaflegger
   • 28 en 29 mei klaarmaken van 3 raams starters
   • 10 (BBV) en 40 (AK) larven ontvangen op: 28 en 29 mei
   • 9 (BBV) en 34 (AK) aangeblazen doppen geplaatst in de pleegvolken op 29 en 30 mei.
     Geweldig resultaat 90% en 85% rendement

10 en 11 juni

• • 8 (BBV) en 32 (AK) uitgelopen koninginnen gewogen en gemerkt
  • 24 onbevruchte koninginnen verspreid onder leden van de imkervereniging en imkers uit de omgeving
  • 1 onbevruchte koningin is gesneuveld.
  • 13 onbevruchte koninginnen geplaatst in bevruchtingskastjes op bijenstal Bloemenbeek
  • 2 onbevruchte koninginnen teruggeplaatst in de pleegvolken op ’t Goor

Juli – september

• • 3 (BBV) en 5 (AK) bevruchte koninginnen op bijenstal Bloemenbeek (8 nieuwe volkjes)
  • 3 volkjes verdeeld onder de cursisten en 2 volkjes naar Bjorn Kokkeler.
  • 1 volkje heeft het niet gered.
  • 2 koninginnen + volk zijn gebruikt voor de vervanging van oude koninginnen

3. Bronmateriaal:
   • Larven van Albert Koopman en BBV geselecteerd op basis van eigenschappen zoals:
     • Zachtaardigheid
     • Productiviteit (honingopbrengst).
     • Weerstand tegen Varroamijten en andere ziekten.

4. Locatie:
   • Starter- en pleegvolken opgesteld op de bijenstand ‘t Goor
   • Bevruchtingskastjes zijn op bijenstal Bloemenbeek geplaatst.

Methodologie

1. Selectie van Larven:
   • Eén dag oude larven van Koopman werden geselecteerd.
   • Eén dag oude larven werden in Vorden geleverd door de BBV. We konden via een monitor meekijken welke larven er geselecteerd werden.

2. Overlarven:
   • • Larven geplaatst in kunstmatige koninginnedoppen van kunststof (nicot).
     • 20 (AK) doppen geplaatst in moerloos volk
     • 20 (AK) doppen geplaatst in een 3 raams starter met veel voedster bijen

    

   • 10 (BBV) doppen geplaatst in een 3 raams starter met veel voedster bijen
3. Pleegvolken:
   • Kast 1: 9 (BBV) aangeblazen doppen uit starter geplaatst in een moergoed volk.
     Onderste broedkamer bevat de koningin vervolgens een moerrooster en de doppen in de bovenste broedkamer met het open broed.
   • Kast 2: 19 (AK)aangeblazen doppen uit starter geplaatst in een verzamelbroedaflegger
   • Kast 5: 20 (AK) doppen in moerloos volk. Alle koninginnedoppen zijn weggebroken.

Resultaten

1. Succespercentage:
   • Percentage geslaagde doppen: 90% en 85 %
   • Aantal koninginnen dat succesvol bevrucht is: 62%
2. Kwaliteit van Koninginnen:
   • De koninginnen vertonen tot nu toe de gewenste eigenschappen:
     • Zachtaardigheid: Bijenvolken zijn goed hanteerbaar.
     • Gezondheid: Verminderde aanwezigheid van Varroamijt.

Conclusies

Het gebruik van larven van Albert Koopman in dit doppenproject heeft geleid tot uitstekende resultaten. De koninginnen hebben sterke genetische eigenschappen getoond, wat een positieve invloed heeft op de betrokken volken.